woensdag 13 augustus 2008

Vaderdag

Wat is er leuker op vaderdag dan een hele dag sporten. Dankzij het Nederlands elftal kon dat dit jaar. Omdat zij op 11 juni tegen Servië en Montenegro moesten spelen, was de Leidse marathon een week uitgesteld. Achteraf gelukkig, omdat het op die zondag tropisch warm was en de hele marathon 100% zeker omgezet zou worden in een halve. En daar je je training afgestemd hebt op de 42 km, met drie lopen van 30 km en twee halve marathons als voorbereiding, zou de “halve” een anticlimax zijn.
Op zondag de 11e heb ik op het heetst van de dag met Hans Boers nog een trainingsloop van een kleine 9 km gedaan. Achteraf een zeer wijs besluit, want zodoende was het lichaam toch enigszins gewend aan lopen in de hitte. Want hoewel het niet tropisch was, werd het op vaderdag toch wel erg warm. Met Jaap de Gorter, die de halve marathon zou lopen, stond ik om 12 uur in het startvak op de Breestraat. Er hing nog wat sluierbewolking, wat de temperatuur nog een beetje dragelijk hield, maar nadat we om 10 over 12 vertrokken met duizenden andere lopers, loste de bewolking al vrij snel op.
Voordat wij Voorschoten langs de Vliet bereikt hadden, liepen we in de felle zon. De eerste drinkpost was al bezocht, de eerste spons was in de nek uitgeknepen. In Voorschoten was de eerste douche, waar druk gebruik van werd gemaakt, net als van de tweede drinkpost op het parcours, dat dit jaar anders was dan andere jaren, omdat we niet door Zoeterwoude konden lopen vanwege de plaatselijke wielerronde. Om met duizenden lopers door een jagend peloton te gaan banjeren…..
Er volgde een klein rondje door Zuid-West met daarbij om het in de hitte nog wat zwaarder te maken een extra brug, zowel heen als terug. Het volgende stuk was het gedeelte, wat ik als training minstens 20 keer per jaar loop: de Korte Vliet langs en dan buitenom over de fietspaden van de Stevenshof. Best wel een mooi stuk om te lopen trouwens.
Nu had ik met een dochter afgesproken, dat zij bij het eerste bruggetje klaar zou staan met mijn energiedrank, de mueslibollen en de bounties. Laat nu net op dat punt de drinkpost van de organisatie staan! Ik wandelde met een tweetal bekers isotone drank in mijn hand, speurend in het publiek op zoek naar mijn dochter. Helaas, ik zag haar niet. Dan maar weer verder lopen, zonder proviand. Snel een energiegel opengemaakt, zodat het “motortje”kon blijven draaien. En Ada had ’s ochtends nog tegen ons gezegd: “Ga even samen kijken, waar je precies afspreekt!” Er zijn inderdaad momenten in je leven, dat je alleen maar kunt concluderen: “Had ik maar beter naar mijn vrouw geluisterd!” En dit was er één van!
Gelukkig kwam ik nog Ada tegen, die net uit de stad kwam gefietst. Zij zou één van mijn dochters opzoeken en met de voorraad proviand naar de fietsbrug over de Lelylaan rijden. Helaas voor Ada was ik hier te snel, zodat ze een poosje tevergeefs op me stond te wachten.
De enige fietser was de begeleider van Gerard Joling, waar ik een paar kilometer mee opgelopen heb. Je moet eens weten, hoeveel aanmoedigingen een Bekende Nederlander per kilometer krijgt!

Na een klein dipje in het Morskwartier (de hitte was toch behoorlijk slopend) kwam het moment, dat de mannen van de jongens gescheiden werden. Op het begin van de Vismarkt liep je in een grote groep, aan het einde liep er 100 meter voor je iemand en op dezelfde afstand iemand achter je. Wat dat aangaat kwamen de trainingen van 30 km in je eentje goed van pas. Ook als het even niet loopt, moet je jezelf weer op gang brengen. Met 2 uur 2 minuten was de eerste helft gezien de omstandigheden prima verlopen.
Tot aan het bord 26 km ging alles soepel. Maar toen kon ik merken, dat de zweepslag in mijn linkerkuit, die ik vorige zomer opgelopen had toen mijn enkel dubbel geklapt was, er voor gezorgd heeft, dat ik daar wat minder spiermassa heb. De kuit werd, zachtjes gezegd, ietwat gevoelig. En dan is 16 km nog een heel eind! Op dat moment is het enige, wat je kunt doen: rustiger lopen. Zorgen dat je geen kramp krijgt, want dat betekent einde oefening.
Gelukkig kwam ik niet snel hierna Ada tegen, met de zeer welkome energiedrank en proviand. Af en toe een stukje wandelend passeerde ik voor de tweede maar Voorschoten. Toen ik in Zuid-West eenmaal voorbij was, kwam het magische bord 32 km, terwijl een zuchtje wind langs de Korte Vliet het net aangenamer maakte. Als je weet, dat je “nog maar” 10 km moet, begint het aftellen. Op het fietspad om de Stevenshof kwam Ada me met mijn jongste dochter tegemoet gewandeld. Nog een mueslibol en een bounty en dan beginnen aan de laatste 6 km. Mijn rechterkuit voelde ik nu ook, dus ik was weer in balans. De bekende laatste loodjes wegen het zwaarst, maar je weet ook, dat je het gewoon gaat redden.
Met beduidend minder publiek langs het parcours passeerde ik na 4 uur 30 minuten en 55 seconden de finishlijn. Met mijn 165e plaats had ik, ondanks een verval in de tweede ronde van bijna een half uur, nog nooit zo’n hoge klassering gehad. Met mijn p.r. uit 2005 van 3.52 was ik 216e geworden.
Met de medaille om de nek ging ik met Jaap de Gorter en zijn vriendin Juul naar de Pieterskerk om met veel moeite een t-shirt van de marathon te bemachtigen. ’s Avonds thuis lekker in de tuin gezeten, genietend van de zwoele zomeravond. Het was ondanks/dankzij de hitte een heerlijke vaderdag geweest: de mooiste overwinningen zijn immers de zwaarst bevochte. Wat dat aangaat was dit een prima (mentale) training voor de Elfstedentocht!

Geen opmerkingen: